Drukke dagen in je zaak? Dan zijn bijverdieners misschien wel de oplossing. Er zijn jobstudenten, flexi-jobbers of extra’s. Het is belangrijk dat je de verschillen kent.
Tijdens vakanties zijn jobstudenten vaak de meest logische optie. Iemand die aan de slag wil gaan als jobstudent moet minstens 15 jaar zijn en minimum 3 volledige jaren van het middelbaar hebben voltooid of in hetzelfde jaar 16 jaar worden.
Een jobstudent is voor jou als werkgever het voordeligst. Je betaalt een minimale RSZ-bijdrage van 5,43%. Sinds 1 januari 2025 mag een jobstudent maximaal 650 uren per kalenderjaar werken. Die uren zijn volledig vrij in te vullen.
Naast jobstudent, is er ook het statuut van flexi-jobber. Dit zijn mensen die drie kwartalen eerder minstens vier vijfde hebben gewerkt, of gepensioneerd zijn.
T.o.v. jobstudenten is het grootste voordeel van een flexi dat ze geen beperking hebben op uren dat ze kunnen werken. De wetgeving is dan wel weer iets strakker, want ze mogen niet in elke sector aan de slag en zijn er wel wat wettelijke voorwaarden waar je als werkgever moet opletten.
Als werkgever betaal je op het loon enkel een bijzondere werkgeversbijdrage van 25%.
Het laatste statuut waaronder iemand kan werken is dat van extra. Dit zijn mensen die niet aan de slag kunnen als flexi, maar wel zeer gelijkaardig zijn.
Hun tarief ligt opnieuw iets hoger dan dat van studenten of flexi-jobbers. Een extra heeft recht op een minimumloon, vakantiegeld, feestdagen, maaltijd- en ecocheques en kilometervergoeding. Voor een extra betaal je een werkgeversbijdrage van gemiddeld 30%.
Denk dus zeker goed na over wie je inschakelt om je te helpen in je zaak. Je kan rekenen op Staffler voor een goede planning en administratie!